Baby | Slapen: slaappatroon

Elke baby slaapt anders. De ene baby slaapt langer en eerder door dan de andere. Voor jou als ouder zijn de gebroken nachten vaak vermoeiend. Veel ouders worstelen met het slaappatroon van hun kind en slapen daardoor zelf ook slecht. Hoe zit het met het dag- en nachtritme van baby's? Hoe ziet hun slaappatroon eruit en hoeveel slaap hebben ze nodig? Je leest het op deze pagina.

Dag- en nachtritme

Pasgeboren baby's weten nog niet het verschil tussen dag en nacht. Daardoor zijn ze 's nachts vaak evenveel wakker als overdag. Na verloop van tijd ontwikkelen baby's steeds meer een dag- en nachtritme en zullen ze vaker doorslapen. Maar ook dan zijn ze 's nachts nog wel eens wakker, omdat ze honger, krampjes of een vieze luier hebben. Pasgeboren baby's hebben ongeveer elke 3 à 4 uur voeding nodig. Als je je baby gevoed hebt, valt die meestal snel weer in slaap.

Wanneer je baby huilerig en paniekerig wakker wordt, kun je je baby geruststellen door er zacht tegen te praten en te aaien. Als het nodig is, houd je je kindje vast tot het weer rustig is. Als het niet meteen lukt om je baby weer in slaap te brengen, betekent dat niet direct dat er iets aan de hand is. Dat gebeurt vaak. Praat hier over met andere ouders. Zij hebben misschien tips over wat bij hen werkt.

Slaappatroon

Baby's van 0 tot 6 maanden hebben een slaappatroon van zo'n 50 tot 60 minuten. Ze hebben dan eerst een actieve en daarna een stille slaap. In de actieve slaap kan je baby geluidjes maken en bewegen. Je baby kan zelfs de ogen openen en wakker lijken. Ook ademt je baby snel en onregelmatig. In de stille slaap beweegt je baby bijna niet en ademt je baby veel dieper. Ook wordt hij of zij dan minder snel wakker door geluid. Na de stille slaap wordt je baby wakker of begint het aan de volgende periode van 50 tot 60 minuten.

De leeftijd waarop het slaappatroon van baby's min of meer gelijk wordt aan dat van hun ouders, verschilt per kind. In de loop van het eerste levensjaar wordt een baby 's nachts steeds minder vaak wakker.

Hoeveel slaap heeft een baby nodig?

Als je baby moe begint te worden, kun je dit vaak al zien voordat je baby begint te huilen. Je baby moet bijvoorbeeld gapen, krijgt rode wangen, gaat aan de oortjes friemelen, kijkt je niet meer aan, gaat jengelen, of doet druk. Oudere baby's wrijven in hun ogen als ze moe worden.

De ene baby slaapt uren achter elkaar, de andere doet kortere slaapjes. Door goed naar je kind te kijken, leer je zijn of haar slaapritme kennen. Je baby voelt zich het fijnst als je in dat ritme meegaat, ook wanneer jullie niet thuis zijn. Onderstaande feitjes kunnen je helpen. Het gaat hier steeds om gemiddelden. Als het bij jouw baby niet precies zo gaat als hier staat, is dat geen reden tot ongerustheid. Elk kind is anders.  

  • Pasgeboren baby's slapen gemiddeld 14-18 uur per 24 uur. 's Nachts slaapt een baby meestal 2,5 tot 4 uur achter elkaar.
  • Vanaf 10 tot 12 weken begint er een dag- en nachtpatroon te ontstaan.
  • Na ongeveer 6 maanden slaapt een baby overdag 2 of 3 keer. Gemiddeld slapen baby's dan 1 of 2 uur achter elkaar. 's Nachts kunnen zij steeds langer zonder voeding, vooral als ze overdag voldoende drinken. Sommige baby's slapen na 6 maanden de hele nacht door. Andere baby's nog niet.
  • Na ongeveer 9 maanden slapen de meeste baby's ongeveer twee keer per dag. Rond deze leeftijd vinden ze het meestal het niet zo leuk om 's avonds alleen te zijn. Sommige baby's gaan daarom niet meer rustig liggen. Baby's van die leeftijd  maken overdag veel mee en verwerken dat 's nachts. Zij kunnen gaan dromen en bang wakker worden.
  • Kinderen van 1 jaar oud slapen gemiddeld zo'n 8 tot 9 uur achter elkaar door. Vaak doen ze ook nog een middagslaapje van 1,5 tot 2 uur.

Wat kun je doen om je baby te helpen bij het slapen?

Mijn zoon blijft maar huilen en valt niet in slaap. Ik heb een vriend om advies gevraagd. Hij zet altijd zacht een slaapmuziekje op. Ik doe dat nu ook en het werkt goed!

Baby's hebben veel slaap nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. Hun lichaam groeit tijdens het slapen. Voorspelbaarheid en structuur helpen bij het slapen. Wat kun je doen?

  • Zorg zoveel mogelijk voor een vast dag- en nachtritme.
  • Probeer je baby op een vaste slaapplek te laten slapen, zoals in een wiegje of ledikant. Zo went je kind eraan dat de slaapplek is om te slapen en de box om te spelen.
  • Maak van het naar bed gaan een positief en rustig ritueel. Houd een vaste volgorde aan. Bijvoorbeeld eerst even zingen en dan de knuffels welterusten wensen. Daarna een kus van broer of zus en ten slotte de muziekdoos aanzetten.
  • In de eerste paar maanden kan je baby in een eigen wiegje of bedje slapen op jouw slaapkamer. Vanaf ongeveer 4 tot 6 maanden kan je baby wennen aan zijn of haar eigen kamer. Leg je baby de eerste 4 maanden niet bij jou in bed. Dit wordt afgeraden vanwege de veiligheid.
  • Een rustige, donkere en veilige kamer is belangrijk voor een goede nachtrust. Zorg dat het er niet te koud of te warm is. Voor sommige baby's is een nachtlampje fijn.

Slecht slapen

Sommige baby's huilen zichzelf in slaap, ook als ze 's nachts even wakker worden. Dat hoort erbij. Wordt het huilen heel erg of blijft je kind maar huilen en heeft het moeite om in slaap te vallen?

  • Ga na wat er aan de hand kan zijn. Heeft je kind een vieze luier? Heeft je kind honger? Of is je kind misschien niet slaperig genoeg? Let goed op slaapsignalen van je kind, zoals wegkijken, gapen, in de oogjes wrijven. Misschien huilt je baby omdat die ergens last van heeft, bijvoorbeeld omdat er een tand doorkomt. Als je baby blijft huilen, is die niet rustig genoeg om weer in slaap te vallen. Troost je baby tot die rustiger wordt en leg je baby daarna weer terug op de eigen slaapplek.
  • Niet ieder kind heeft evenveel slaap nodig. Als je merkt dat je kindje nog niet moe genoeg is, probeer het dan iets later nog een keer.
  • Jonge baby's hebben hun ouders vaak nodig bij het in slaap vallen. Ze willen bijvoorbeeld graag gewiegd worden of vastgehouden. Dat is heel normaal babygedrag. Als ze ouder worden leren baby's vanzelf om zonder hulp in slaap te vallen.
  • Probeer de 5-minutenregel: leg je kind in bed, als die gaat huilen wacht je 5 minuten voordat je teruggaat. Ga dan rustig naar binnen, geef de speen of aai je baby even, en ga dan weer weg. Doe dit net zo lang totdat je baby in slaap valt. Hiermee geef je je baby een gevoel van veiligheid, maar maak je ook duidelijk dat het tijd is om te slapen.

Een vast bedritueel helpt je kind om een goed slaappatroon op te bouwen. Meestal zijn problemen met slapen tijdelijk en verdwijnt het vanzelf weer na een aantal weken of maanden. Moeite met slapen en een slaapritme kan bijvoorbeeld komen door een onrustige omgeving, spanning in huis, angst of ziekte. Ook een te koude, warme of lichte slaapkamer kan een reden zijn. Maar er hoeft niet altijd een oorzaak te zijn. Soms slaapt een kind gewoon even wat slechter.

Als je baby slecht slaapt, heeft dat ook effect op je eigen slaap. Je kunt daar erg vermoeid door raken. Zorg daarom ook dat je zelf voldoende rust en ontspanning krijgt. Je kunt dit bespreken met andere ouders. Er zijn altijd mensen die met je willen meedenken of die even op je baby willen passen zodat jij even kunt ontspannen of bijslapen. Bijvoorbeeld vrienden, familie of andere ouders. Je kunt voor advies ook altijd contact opnemen met het consultatiebureau of de huisarts.

Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.

Hulp en advies voor ouders