Puber | Zelfstandigheid: structuur bieden en grenzen stellen

Om hun weg in de wereld te vinden, zoeken kinderen vanaf hun 10e jaar steeds meer de grenzen op. Zo leren ze zelfstandig te zijn en eigen keuzes te maken. Wat kun je doen om je kind daarbij te ondersteunen, maar tegelijkertijd ook duidelijke grenzen te stellen?

Hoe geef ik mijn kind vrijheid, maar stel ik ook grenzen?

Als je kind in de puberteit komt, heeft het ruimte nodig om met nieuw gedrag te experimenteren. Tegelijkertijd is het belangrijk dat je als ouder je kind structuur blijft geven en grenzen blijft stellen. Deze balans helpt je kind om zelfstandiger te worden en de eigen identiteit te ontwikkelen.

Vrijheid geven

Houd rekening met de leeftijd van je kind. Een 16-jarige heeft meer behoefte aan vrijheid dan een 12-jarige. Een kind van 12 wil bijvoorbeeld graag met vrienden naar het zwembad en vindt het leuk om dat zonder ouders te doen. Een 16-jarige wil ook zelf verantwoordelijk zijn en eigen beslissingen nemen. Bijvoorbeeld met vrienden een weekend kamperen en zelf beslissen wat ze eten en drinken, hoe laat ze opblijven en wat ze allemaal gaan doen.

Grenzen stellen

Naast meer vrijheid hebben jongeren van deze leeftijd nog steeds grenzen nodig. Daardoor weten ze waar ze aan toe zijn en wat er van hen wordt verwacht. Juist door de veiligheid van grenzen durven ze de ruimte te nemen om te gaan ontdekken. Tegelijkertijd gaan ze zich vaak ook tegen grenzen verzetten en gaan ze erover in discussie. Dat hoort bij hun ontwikkeling. Ze leren daardoor hun eigen mening te vormen, hun eigen normen en waarden te ontwikkelen en een nieuwe positie tegenover hun ouders in te nemen.

Hoe help ik mijn kind terwijl onze relatie verandert?

Langzaam ontstaat er tussen jou en je kind een meer gelijkwaardige relatie. Hoe ouder je kind wordt, hoe meer het zonder jouw hulp kan. Voor jou is het de kunst om een balans te vinden tussen toezicht houden en je kind laten experimenteren. Ook moet je een evenwicht zien te vinden tussen je kind loslaten en het emotioneel blijven ondersteunen. Ook al verandert jullie relatie, het is nog steeds belangrijk om als ouder het voorbeeld te geven, ook al lijkt dat soms niet zo.

In gesprek blijven

De dubbele rol die je hebt tegenover je kind op deze leeftijd kan ingewikkeld zijn. Het helpt om op een open manier met je kind te blijven praten over risico's die ze lopen, maar ook gewoon over wat ze allemaal meemaken. Je kind heeft daarover vast veel vragen, maar vindt het misschien niet makkelijk om die te stellen, bijvoorbeeld als het gaat om seks of alcohol. Het kan daarom geen kwaad er af en toe naar te vragen. Ook al ontstaan er misschien spanningen of zegt je kind er niet zo veel over omdat het steeds meer zelf wil uitvinden, jouw mening is nog steeds belangrijk voor je kind. Zorg daarom voor momenten waarop jullie wat vrijer met elkaar kunnen praten, bijvoorbeeld onderweg in de auto of tijdens een wandeling. Dat maakt het voor je kind makkelijker om te praten.

Rekening houden met de puberteit

De hersenen en het lichaam van jongeren zijn tussen hun 10e en 16e volop in ontwikkeling. Dat verklaart voor een belangrijk deel hun gedrag. Door daar rekening mee te houden kun je ook wat luchtiger omgaan met onverwachte reacties van je kind, bijvoorbeeld als het eerst boos wegrent uit een gesprek, maar kort daarna weer troost bij je komt zoeken.

Tips voor het ondersteunen van je kind

Je kind verandert in deze periode snel. Dit zorgt voor veel verschillende situaties waarin het niet altijd meteen duidelijk is wat het beste is om te doen. Het belangrijkste bij het omgaan met experimenteergedrag van je kind en bij het stellen van grenzen is in ieder geval dat je met je kind in contact blijft en probeert er samen uit te komen. De volgende adviezen kunnen je daarbij helpen.

Open praten

Probeer open met je kind te praten over alle verleidingen en moeilijkheden die het kan tegenkomen. Laat zien dat je geïnteresseerd bent in de opvattingen van je kind en luister naar wat het te zeggen heeft. Jongeren houden zich eerder aan afspraken en regels als ze het gevoel hebben dat hun mening gerespecteerd wordt en ze mee mogen praten. Bovendien vinden ze het nog steeds fijn als hun ouders voor hen zorgen, ook al laten ze dat niet snel merken.

Duidelijke grenzen stellen

Stel duidelijke grenzen en leg uit waarom die er zijn. Spreek af dat je kind meer vrijheid en verantwoordelijkheid krijgt als het zich houdt aan de afspraken. Houd je zelf ook aan de grens die je gesteld hebt, anders weet je kind niet waar het aan toe is.

Wel of niet onderhandelen

Maak duidelijk over welke regels wel en niet te onderhandelen is. Leg daarbij uit waarom je sommige regels zo belangrijk vindt. De kans is groot dat je kind ertegen protesteert, maar meestal begrijpt het je wel. Geef je kind de ruimte om over de regels in gesprek te gaan. En stel de regels bij als je kind daarvoor met goede argumenten komt.

In gesprek blijven

Probeer zoveel mogelijk in gesprek te blijven met je kind, want bij ruzie zijn kinderen eerder geneigd om de regels minder serieus te nemen. Blijf zelf beslissen over de belangrijkste onderwerpen, maar laat je kind meebeslissen over andere zaken. Zo kom je tegemoet aan de behoefte aan zelfstandigheid van je kind en zorg je tegelijkertijd voor veiligheid en welzijn.

Controleren

Controleer af en toe of je kind zich aan de afspraken houdt. Laat je kind tegelijkertijd stapje voor stapje wat meer los zodat het jou ook kan laten zien dat je het kunt vertrouwen. Bekijk per situatie of het nodig is om je kind te controleren. Een afspraak na schooltijd bij een bekende hoef je meestal niet te controleren, maar een hele dag weg met een paar vrienden misschien wel.

Aandacht geven

Geef je kind regelmatig aandacht en complimenten en laat zien dat je betrokken bent. Dat maakt het makkelijker voor je kind om afspraken en regels van je te accepteren. Ook het geven van beloningen als je kind zich aan afspraken en regels houdt, stimuleert positief gedrag.

Gevolgen laten zien

Houdt je kind zich vaker niet aan een afspraak? Laat dan zien dat dit gevolgen heeft. Bijvoorbeeld het inleveren van de telefoon na een aantal keren te laat thuiskomen. Leg altijd uit waarom je dat doet en welk gedrag je wel van je kind verwacht. Het is de bedoeling dat je kind leert dat acties gevolgen hebben, maar niet dat het contact tussen jullie er slechter door wordt. Je kunt je kind vragen wat het zelf een passende maatregel vindt, ook al beslis jij uiteindelijk zelf. Daarmee vergroot je de kans dat je kind het ook accepteert.

Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.

Hulp en advies voor ouders