Puber
Taalproblemen mood picture

Taalproblemen

Op school en in het contact met leeftijdsgenoten zijn spraak en taal belangrijk.
Als je kind een taalachterstand (in het Nederlands) heeft, of andere spraak- of taalproblemen, is hulp mogelijk.

Taalachterstand

Kinderen met een te laag taalniveau in het Nederlands kennen te weinig Nederlandse woorden om teksten en lessen op school goed te kunnen volgen. Problemen met taal kunnen leiden tot leerproblemen.
Daarom krijgen kinderen hulp in bijvoorbeeld een kopklas of extra taalles.
Een kopklas is voor leerlingen die aan het eind van de basisschool door een taalachterstand in het Nederlands onder hun niveau presteren. Ze krijgen dan na groep 8 een extra jaar basisonderwijs met heel veel Nederlands. Daarna kunnen ze een betere start maken op de middelbare school.

Op sommige middelbare scholen kunnen leerlingen die niet goed Nederlands spreken vaak extra taalles krijgen. Als je kind nog maar net in Nederland is, heeft de school misschien wel een opvangklas.
Scholen krijgen extra geld om leerlingen die geen of weinig Nederlands spreken, te begeleiden. Vraag op school wat er mogelijk is.

Wat kun je zelf doen?

  • Als het nodig is, kun je je kind speciale cursussen laten volgen, zoals schrijfvaardigheidslessen of spreekvaardigheidslessen.
  • Je kind kan ook zelf meer oefenen door boeken te lezen, bijvoorbeeld uit de bibliotheek. Ook naar Nederlandse films kijken kan helpen.
  • Stimuleer contact met leeftijdsgenoten en anderen die goed Nederlands spreken.

Taalontwikkelingsstoornis

Soms heeft een kind moeite met praten of met het begrijpen van taal. Woorden klinken anders of je kind hoort zelf niet wat er goed of fout is in een zin. Ongeveer vijf tot zeven procent van de bevolking heeft een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Bij een taalontwikkelingsstoornis verwerken de hersenen taal minder goed. Dit komt door aanleg, je kunt er niets aan doen. Kijk op Kentalis.nl om een TOS bij je kind te herkennen. Je kunt meer lezen over spraak- en taalontwikkeling op Kindentaal.nl.

Dysfasie

Dysfasie is een neurologische stoornis in de spraak-taalontwikkeling: het kind begrijpt meestal veel meer van wat anderen zeggen dan het zelf kan zeggen. Dysfasie komt best vaak voor, ook de ernstige vormen. Kenmerken van dysfasie zijn:

  • Een kind met dysfasie begrijpt anderen wel, maar praat zelf erg weinig of erg slecht. Het kind moet zoeken naar de juiste woorden en zegt dan net iets anders dan het had bedoeld.
  • Het uitdrukken van gedachten en gevoelens gaat moeizaam.
  • Een duidelijk verhaal vertellen is lastig. Het kind springt van het ene onderwerp ineens over naar het andere onderwerp.
  • Een gesprek met een ander voeren of rechtstreekse vragen beantwoorden is moeilijk. Het kind vertelt liever iets uit zichzelf. Vaak gaat het praten in een spontane situatie veel beter dan wanneer er rechtstreeks iets wordt gevraagd.
  • Sommige kinderen met dysfasie zijn moeilijk te verstaan.
  • En veel kinderen met dysfasie hebben ook problemen met bewegen (motorische problemen).

Het is belangrijk om kinderen met dysfasie op hun leeftijdsniveau aan te spreken. Ze begrijpen wel wat je zegt. Een professional kan jou en je kind ondersteunen bij het communiceren. De dysfasie gaat daarmee niet over, maar er zijn wel manieren om ervoor te zorgen dat je kind zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen. Goede begeleiding is dus belangrijk.

Stotteren of niet vloeiend praten

Stotteren is het niet vloeiend kunnen praten. Je hoort herhalingen, verlengingen en blokkades: b-b-b-buiten, iiiiiiiik bijvoorbeeld. Dit valt op en een puber wil niet anders zijn dan anderen. Je puber doet daarom zijn best om niet te stotteren. Misschien schaamt je kind zich wel of wordt het zelfs gepest met het stotteren.

Maak het stotteren bespreekbaar met je kind. Geef aan dat je snapt dat het lastig is. Vraag hoe je puber het liefst wil dat mensen reageren als hij niet uit zijn woorden komt. Lees samen de informatie op Stotteren.nl en vraag of je puber naar een logopedist of stottertherapeut wil.

Een logopedist is opgeleid om stotteren te begeleiden. De logopedist kan ervoor kiezen om de hulp in te schakelen van een stottertherapeut. Een stottertherapeut is gespecialiseerd in stotteren.
De logopedist legt uit waardoor het stotteren komt en wat je kind moet doen als het stottert. Ook wordt bekeken hoe je kind zich voelt en wat het denkt bij het stotteren. De logopedist helpt je kind om hier mee om te gaan. Je kind krijgt technieken aangeleerd en er wordt besproken hoe het met spannende situaties kan omgaan.
Meer informatie over stotteren lees je op Logopedie.nl en Thuisarts.nl.

Vraag hulp bij  taalproblemen

Maak je je zorgen over de taalontwikkeling van je kind? Praat er eens over met de leerkracht. Of bespreek het met de huisarts of met de jeugdarts van de Jeugdgezondheidszorg. Als het nodig is word je verwezen naar een specialist. Dat kan bijvoorbeeld een audiologisch centrum zijn of een logopedist.