Peuter | Peuterpuberteit: eigenwijs zijn en 'nee' zeggen

Peuters willen de wereld ontdekken en gaan meer en meer hun grenzen verkennen. Ze willen steeds meer zelf doen en van alles uitproberen. Je kind heeft behoefte aan meer onafhankelijkheid en wil zo veel mogelijk zelf bepalen, zelf dingen kiezen en dingen zelf gaan doen. Peuters laten zien dat ze een eigen persoon zijn met een eigen wil, bijvoorbeeld door eigenwijs gedrag, driftbuien, niet luisteren, en 'nee' zeggen.

Kenmerken van de peuterpuberteit

Je peuter ontdekt dat het een eigen mening heeft, zelf beslissingen kan maken en dingen kan gaan ondernemen. Natuurlijk lukt nog niet alles. Jonge kinderen vinden het nog moeilijk om duidelijk te maken wat ze voelen of wat ze graag willen doen. Of ze snappen niet altijd wat er gaat gebeuren. Daardoor zijn ze soms boos of bang. Hun stemming kan gemakkelijk omslaan en ze kunnen zich nog niet beheersen. Daardoor gaan ze bijvoorbeeld stampen en schreeuwen. Deze fase wordt de peuterpuberteit genoemd.

Mijn zoon wilde koste wat het kost zijn jas zelf aantrekken, maar hij kreeg de rits niet dicht. Hij begon te schreeuwen en stampen. Toen ik hem wilde helpen, werd hij nog bozer. Ik wist niet wat kon ik doen om hem tot rust te laten komen.

Dit is een herkenbaar voorbeeld van wat je in de peuterpuberteit kunt meemaken. Vaak komen er heftige emoties bij kijken. Boos en opstandig gedrag horen bij de peuterpuberteit. Alle peuters zijn wel eens boos of opstandig. Dat komt bijvoorbeeld tot uiting door schreeuwen, schelden, slaan, bijten of brutaal worden.

Dit gedrag komt doordat je kind aan het oefenen is met zelfstandiger worden. Je kind merkt dat het makkelijk van jou kan weggaan en probeert uit hoe ver het over grenzen kan gaan. Ook kijkt je kind of het regels en afspraken kan negeren. Hierdoor ontwikkelt je kind autonomie: je peuter wil zelf beslissen, kiezen en het zelf doen. Je kind wil bijvoorbeeld niet eten, behalve als het dit zelf mag doen.

Peuters ontwikkelen een eigen wil. Ze gaan meer vertellen en van zichzelf laten zien. Ze ontdekken dat je ook 'nee' kunt zeggen, om vervolgens te zien hoe anderen op hen reageren. Dat geeft hen een gevoel van controle. Je kind kan nog niet alles overzien. Door uitleg te geven over wat er gaat gebeuren en waarom, krijgt je peuter meer inzicht in de wereld. Hierdoor gebeuren er minder dingen onverwacht. Dit kan frustratie en tegendraads gedrag bij je kind voorkomen. Wanneer kinderen tussen de 2 en 4 jaar taal beter gaan begrijpen, zien we vaak dat opstandig en agressief gedrag afneemt.

Veelvoorkomend gedrag tijdens de peuterpuberteit zijn driftbuien. Soms zie je dan dat peuters hun adem inhouden, schreeuwen, grommen en op de grond gaan liggen gillen. Dit is normaal. Peuters kunnen nog niet goed met hun emoties omgaan en hebben jou als ouder nodig om hen hierbij te helpen.

Druk gedrag

Vind je dat je peuter zich te druk gedraagt? Als je kind geen minuut stil kan zitten, kan dat verschillende oorzaken hebben. Druk gedrag kun je vergelijken met gedachten die door je hoofd gaan. Dan is de ene gedachte nog niet af en de andere gedachte komt alweer. Het drukke gedrag kan komen doordat je kind op zoek is naar uitdagingen en nieuwe dingen. Of juist doordat je peuter vermoeid is door de vele indrukken die het op een dag binnenkrijgt. Daardoor lukt het je kind niet te focussen op één ding.

Afhankelijk van de leeftijd en het temperament van je kind kan het lang of juist minder lang rustig spelen. Als je merkt dat je kind druk gedrag gaat laten zien, kan het helpen om meer afwisseling in spelmogelijkheden aan te bieden. Laat je kind bijvoorbeeld regelmatig buitenspelen of meer met andere kinderen spelen.

Misschien heeft je kind juist behoefte aan rust. Rust en regelmaat kunnen helpen bij druk gedrag. Sommige kinderen hebben een rustige speelplek nodig met weinig rommel en geluid. Je kunt je kind bij druk gedrag even tot rust laten komen door het een rustige activiteit te laten doen, bijvoorbeeld tekenen of een boekje bekijken. Probeer verschillende dingen uit en kijk wat bij jouw kind past.

Kinderen hebben behoefte aan duidelijkheid en structuur. Je kunt je kind een paar duidelijke regels leren. Dit gaat het makkelijkst als het logische regels zijn, die voor iedereen gelden, en waar je je zelf ook aan kunt houden. Bijvoorbeeld:

  • 'In huis lopen we rustig'. Dat is een logische regel, want van rennen in huis krijg je ongelukken, het maakt herrie of er kunnen dingen stuk gaan. Het is haalbaar omdat een peuter rustig kan lopen. Bespreek in je gezin wat rustig lopen is, en doe bijvoorbeeld allemaal een keer voor hoe je rustig loopt.
  • 'Tijdens het eten zitten we aan tafel'. Zorg ervoor dat alles wat je tijdens het eten nodig hebt al op tafel staat, zodat ook jij je zelf ook aan de regel kunt houden.
Videobeschrijving

Peuters en kleuters willen steeds meer zelf doen. Hoe begeleid je je kind hier goed in als ouder of opvoeder? Voor de ontwikkeling van je kind is het belangrijk om structuur te bieden tijdens deze ontdekkingsfase. Hierdoor voelt je kind zich veilig om steeds meer dingen zelf te ontdekken. In deze video vind je 3 tips die helpen bij het stellen van regels en grenzen bij kleuters en peuters.

Omgaan met lastig gedrag

De peuterpuberteit kan uitdagend zijn. De volgende tips kunnen je helpen omgaan met lastig gedrag van je peuter.

  • Door je kind op verschillende momenten positieve aandacht te geven, is de kans op lastig gedrag kleiner. Geef je kind aandacht door bijvoorbeeld samen te spelen of te knuffelen, geef het complimenten als het iets goed doet. Bijvoorbeeld: 'Wat heb jij netjes opgeruimd!'.
  • Wil je kind zelf kiezen? Jonge kinderen vinden het vaak moeilijk om uit meerdere dingen te kiezen. Daarom is het fijn als je de keuzemogelijkheden beperkt tot bijvoorbeeld twee keuzes: 'Wil je pindakaas of kaas op je brood?'.
  • Peuters vinden het fijn om zo veel mogelijk zelf te doen. Bied je kind die kans, moedig je kind aan en geef complimentjes. Ook voor mislukte pogingen kun je complimentjes geven. Je kunt dan bijvoorbeeld zeggen: 'Je hebt geprobeerd op het potje te plassen. Wat goed van je!'
  • Zorg voor een voorspelbare omgeving, met bijvoorbeeld vaste etenstijden en een vast slaapritueel. Zo weet je kind welke dingen wanneer gebeuren. Dat geeft je peuter een gevoel van controle over de dingen om zich heen.
  • Geef uitleg over wat je doet en waarom. Zo krijgt je kind inzicht in de dag. Waarschuw je kind dat het bijna tijd is om op te ruimen, of om weg te gaan. Dan komen veranderingen minder als een verrassing.
  • Benoem de wensen en emoties van je kind. Als je kind zich begrepen voelt, zal het eerder lukken om rustig te worden.
  • Blijf zelf ook voorspelbaar en houd je aan dezelfde regels, maar zorg wel dat de regels haalbaar zijn voor jullie allebei. Ruim bijvoorbeeld de spullen op waar je kind niet aan mag zitten.
  • Zorg dat je verwachtingen bij je kind passen. Peuters kunnen nog niet de hele avond aan tafel zitten, en het is normaal dat ze na een tijdje onrustig worden.
  • Onderzoek samen met je kind wat bij jullie past. Misschien vindt je kind het fijn om als het boos is even lekker buiten uit te razen. Probeer ook rustmomentjes in te bouwen in de dag, bijvoorbeeld door samen een boekje te lezen.

Steun van anderen

De peuterpuberteit is een ontdekkingstocht van je kind. Het is leuk om te zien dat je kind een eigen wil ontwikkelt, maar het kan ook lastig zijn. Als je daarmee worstelt, is het fijn om even met iemand te praten. Bijvoorbeeld met een andere ouder. Hoe ervaren andere ouders de peuterpuberteit? Hoe gaan zij ermee om? Je kunt ook tips vragen aan de pedagogisch medewerker van de kinderopvang. Maak je je zorgen over het gedrag van je peuter? Neem contact op met het consultatiebureau of de huisarts als het niet lukt om met het drukke gedrag van je kind om te gaan. Dit kun je ook doen als je het gevoel hebt dat je kind extreem druk is.

Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.

Hulp en advies voor ouders