Puber | De puberteit: volwassen worden

In de leeftijd van 10 tot 22 jaar groeien kinderen op tot volwassenen. Deze periode heet ook wel de adolescentie. De puberteit is een onderdeel van de adolescentie en loopt gemiddeld tussen het tiende en zestiende jaar.

Ontwikkeling in de puberteit

In de puberteit verandert er veel in je kind, het puberbrein is volop aan het groeien. Pubers groeien op naar zelfstandigheid. Ze zijn veel met zichzelf bezig en ontwikkelen hun eigen identiteit. Pubers kijken kritisch naar zichzelf en vergelijken zichzelf voortdurend met anderen. Dat kan twijfels en onzekerheid meebrengen. Ze gaan zich losmaken van hun ouders, zetten zich tegen hen af, ontwikkelen hun eigen normen en waarden, zoeken meer contact met leeftijdsgenoten, willen zelf beslissingen nemen, gaan experimenteren en hebben behoefte aan meer vrijheid.

Impulsief gedrag

Vanaf ongeveer 10 jaar reageren kinderen gevoeliger dan voorheen. Door hormonen krijgen de emotionele hersengebieden extra prikkels, waardoor puberhersenen tijdelijk niet in balans zijn. Pubers reageren daardoor vaker vanuit hun gevoel dan vanuit hun verstand. Dat levert impulsief gedrag op: je kind doet iets zonder na te denken. Die heftige emoties zorgen vaak voor sterk wisselende stemmingen: binnen een uur kan je kind veranderen van energieke stuiterbal naar treurige bankhanger. Jongeren in de puberteit willen vaak ook direct hun behoeften bevredigen. Je kind wil bijvoorbeeld nú een ijsje en gaat er dan alles aan doen om dat voor elkaar te krijgen.

Moeite met plannen

Doordat bepaalde gebieden in de hersenen nog volop in ontwikkeling zijn, kunnen pubers nog niet goed plannen. Zij kunnen nog niet goed inschatten hoeveel tijd dingen kosten, en beginnen daardoor bijvoorbeeld pas op het laatste moment aan hun schoolwerk. Misschien merk je dat je puber snel is afgeleid. Dat komt doordat het deel van de hersenen dat niet-belangrijke informatie kan onderdrukken, nog in ontwikkeling is. Wanneer plannen moeilijk is én je snel afgeleid bent, is het lastig om te bepalen wat het belangrijkst is, en wat er eerst moet gebeuren. Veel pubers komen daardoor niet toe aan dingen als hun kamer opruimen of sportkleren in de wasmand doen.

Risico's nemen, spanning zoeken

Vanaf ongeveer 14 jaar gaan jongeren meer risico's nemen. Pubers gaan op ontdekking uit. Dat is onderdeel van hun ontwikkeling tot een zelfstandig persoon. Ze zijn zich nog niet bewust van de gevolgen van hun gedrag, en schatten risico's vaak nog niet goed in. De spanning die bij risicogedrag hoort, voelt voor pubers als een beloning. En pubers zijn erg gevoelig voor beloningen, waardoor het voor hen heel aantrekkelijk is om spanning op te zoeken.

Lichaamsverandering en hormonen bij pubers

In de puberteit verandert ook het lichaam. Je kind maakt een groeispurt door, krijgt schaamhaar en okselhaar, krijgt misschien last van puistjes, krijgt borstgroei of een grotere penis, gaat meer zweten, krijgt snor- en baardgroei en de baard in de keel, of wordt ongesteld. Behalve met hun lichaam zijn pubers ook bezig met hun seksualiteit en genderidentiteit. Wat vind ik fijn, wat kan ik met een ander doen en delen, tot wie voel ik me aangetrokken? Verliefdheid en eerste seksuele ervaringen horen bij het ontdekken van jezelf.

Wanneer dat precies gebeurt, verschilt per kind. Het ene kind komt eerder in de puberteit dan het andere. Meisjes lopen daarin meestal voor op jongens.

Humeurig en moe

Stemmingswisselingen zijn in de puberteit heel normaal. Het ene moment zijn pubers enthousiast en willen ze nieuwe dingen proberen, het andere moment zijn ze chagrijnig en hebben ze nergens zin in. Ze willen op hun eigen manier leven, onderzoekend en experimenterend, waardoor ze tegen grenzen aan lopen die je als ouder stelt, of daar helemaal overheen gaan.

Pubers groeien hard en worden geslachtsrijp. Dat kost veel energie. Het is dan ook heel normaal dat je puber vaak moe is, lang wil uitslapen en veel op de bank hangt. Pubers hebben veel slaap nodig, maar slapen vaak te weinig: ze worden pas laat op de avond moe, waardoor ze laat in slaap vallen. En de volgende ochtend moeten ze weer vroeg opstaan voor school.

Zelfbeeld en onzekerheid bij pubers

De verandering van hun lichaam kan bij jongeren bijdragen aan de verandering van hun zelfbeeld. Zie ik er wel leuk uit? Vinden anderen mij lelijk? Ben ik te dik? Waarom word ik zo lang? Waarom word ik niet langer? Met zulke vragen houdt je puber zich bezig.

Pubers zijn niet alleen onzeker over hun uiterlijk, maar zijn bijvoorbeeld ook bang dat ze niet aan verwachtingen kunnen voldoen. Op de middelbare school moeten ze ineens veel meer zelf doen, lukt dat wel? Veel pubers zijn onzeker en verwachten dat dingen mislukken. Ze vergelijken zichzelf vaak met personen die wél succesvol zijn. Vooral de altijd-positieve rolmodellen op sociale media kunnen een inspiratiebron en voorbeeld zijn, maar er ook voor zorgen dat een jongere zich extra stom, lelijk, dom of mislukt voelt.

Laat je kind weten dat het altijd bij jou terecht kan. Je kunt samen praten over die onzekerheid. Vraag je kind waar het over nadenkt. Bedenk samen hoe je kind iets op een goede manier kan aanpakken. Vertel dat je kind niet de enige is die af en toe onzeker is en dat het hoort bij deze leeftijd. Maak er zelf ook niet een groot probleem van.

Tips voor omgaan met je puber

Het is belangrijk om je kind aan te moedigen om zich zelfstandig te gedragen en zelf dingen te ondernemen. Meningsverschillen en ruzies horen erbij. Het is van belang dat je grenzen blijft stellen en vooral dat je open met je kind blijft praten.

Het is normaal dat je soms niet weet wat je met je puberende kind aan moet. Het dwarse, opstandige en risicovolle gedrag hoort erbij, maar het is niet altijd makkelijk. Hoewel dat misschien niet altijd zo lijkt, wil je puber aandacht van en goed contact met jou.

Je kunt je kind in de puberteit helpen met plannen en met het inschatten van risico's. Bijvoorbeeld door te praten over de gevolgen van bepaald gedrag. Het helpt als je daar voorbeelden bij noemt van dingen die je zelf hebt gedaan en daarbij ook benoemt welke gevolgen dat had.

De volgende tips kunnen je helpen omgaan met je eigenwijze puber:

  • Luister naar je puber. In plaats van meteen te zeggen wat het moet doen, kun je beter je kind zelf laten bedenken wat het kan doen. Laat je kind zelf een voorstel doen voor zakgeld of uitgaanstijden, en leg dat naast jouw idee hierover. Maak er een jaarlijks gesprek van, waarbij je naar elkaar luistert en argumenten uitwisselt. Zo geef je je kind stapje voor stapje steeds meer ruimte om mee te beslissen.
  • Toon interesse in je kind: vraag hoe het gaat en neem wensen, gevoelens en ideeën serieus. Ook als je het er niet helemaal mee eens bent. Dat betekent natuurlijk niet dat je alles goed moet vinden. Blijf vooral met je kind in gesprek, en bespreek de mogelijkheden.
  • Vertel je kind ook wat jij belangrijk vindt. Je puber vindt dat misschien onzin, maar als je duidelijk laat zien waar jij voor staat, ben je betrouwbaar. Dat willen kinderen graag van hun ouders.
  • Leg uit waarom je iets wilt. Leg bijvoorbeeld uit waarom je wilt dat je kind op tijd thuiskomt. Het voelt voor een puber veilig en prettig om te weten dat jij bezorgd en betrokken blijft.
  • Onderhandel samen over afspraken. Spreek bijvoorbeeld af dat je kind één keer per week het bed verschoont.  
  • Laat je puber zelf de gevolgen van diens gedrag ontdekken. Gooit hij of zij de sportkleren niet in de wasmand? Dan moet je kind de volgende keer in vieze kleren sporten. Als je puber dat vervelend vindt, zal het de volgende keer waarschijnlijk niet worden vergeten.
  • Beloon je puber, dat werkt beter dan kritiek geven.
  • Bedenk dat een puber nog steeds een kinderhart heeft. Een knuffel, een grapje en humor zorgen voor het gevoel dat jullie nog steeds bij elkaar horen, ondanks alle onrust. Het werkt verbindend en herstellend voor jullie allebei.

Zien hoe je kind volwassen wordt

De puberteit is spannend. Wat voor een mens wordt jouw puber? Door open en nieuwsgierig naar je kind te kijken, begrijp je het beter. Je hoeft niet altijd ongerust te zijn. Kijk zo nu en dan van een afstand naar je kind. Zo zie je beter hoe je puber probeert om volwassen te worden. Daar kun je trots op zijn.

Lees meer over de hersenontwikkeling van pubersLees meer over de seksuele opvoeding van pubers
Maak je je zorgen over de ontwikkeling van je kind? Blijf daar niet alleen mee rondlopen, maar:

  • Praat er over met andere ouders of met familie en vrienden. Misschien weten zij raad.
  • Vraag advies aan je huisarts of bij de jeugdgezondheidszorg als de zorgen blijven. Samen kun je bekijken waardoor het komt dat je kind zich niet zo goed voelt en wat je kunt doen om je kind hierbij te ondersteunen.

Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.

Hulp en advies voor ouders